Max Verstappen heeft zijn derde Formule 1-kampioenschap op zaterdag veiliggesteld met nog zes races te gaan1. Verstappen behaalde de titel nadat zijn naaste rivaal en teamgenoot Sergio Perez uitviel in ronde 11 van de 23-ronden durende sprintrace na een botsing met Alpine’s Esteban Ocon en Haas’ Nico Hulkenberg1. Verstappen is de eerste coureur die de titel veiligstelt in een race onder het in 2021 geïntroduceerde format1. Zijn dominante seizoen omvatte een record van 10 opeenvolgende overwinningen tussen de Grand Prix van Miami in mei en de Grand Prix van Italië in september1. Als hij de Grand Prix van Qatar op zondag wint, zal hij slechts één overwinning verwijderd zijn van het evenaren van zijn eigen record van 15 overwinningen in één seizoen van vorig jaar1.
Dominant seizoen
Verstappen heeft dit seizoen volledig gedomineerd, met 13 overwinningen uit 16 races tot nu toe2. Hij beschouwt zijn kampioenschap van 2023 als het meest bijzondere van zijn drie tot nu toe en waarschuwt zijn rivalen dat hij niet minder hongerig is om te blijven winnen2. Verstappen’s kampioenschap had de zeldzame onderscheiding om op een zaterdag te komen, weg van een Grand Prix op een zondag, aangezien hij de punten die hij nodig had in een sprint veiligstelde2.
Toekomstige ambities
Na zondag heeft Verstappen nog vijf races te gaan voordat het jaar voorbij is4. Hij zou zijn eigen record van 15 races in een kalenderjaar kunnen overtreffen en voorbij Alain Prost (51) en Sebastian Vettel (54) op de lijst van all-time winnaars kunnen gaan2. Als hij dat eenmaal heeft gedaan, heeft hij alleen nog Michael Schumacher (91) en Lewis Hamilton (103) te verslaan2. Hij zei dat hij geen plannen heeft om gas terug te nemen en wil zoveel mogelijk winnen2.
Kritiek op sprintraces
Ondanks zijn succes in het huidige format, blijft Verstappen kritisch over het idee van sprintraces in het algemeen3. Hij geeft de voorkeur aan het format van F1’s conventionele raceweekend met drie vrije trainingen, kwalificatie op zaterdag en een Grand Prix3. Verstappen gelooft dat sprintraces een deel van de opwinding wegnemen en dat het grote plaatje al duidelijk wordt tijdens een sprintrace, waardoor de verrassing en onvoorspelbaarheid van de zondagse race verloren gaat3.